28 mei: 7 jubilarissen en een bijzondere uitvoering
Op zondag 28 mei a.s. voegt het Koninklijk Mannenkoor Cecilia 1837 weer een nieuw hoogtepunt toe aan de 180 jaar van zijn bestaan. In het kader van dit 180 jarig jubileum werd op zondag 26 maart in de St.Pauluskerk de Deutsche Messe van Franz Schubert uitgevoerd, in een gezamenlijke uitvoering met het CCK koor Esch-Lemiers. Op 28 mei a.s. volgt er wederom een eerste uitvoering voor het koor. Deze keer betreft het een prachtige Mis van onze streekgenoot Franz Assenmacher S.J. met koor, orgel en 3 solisten, w.o. onze wereld-bariton John Bröcheler. Volgende week komen wij nader terug op deze bijzondere uitvoering.
Tevens mag het koor op deze dag liefst 5 zilveren -, en 2 gouden jubilarissen huldigen.
De 5 zilveren jubilarissen willen wij graag hier aan U voorstellen. De 2 gouden jubilarissen zullen wij volgende week belichten.
Het betreft de volgende leden :
Jozef Hermans 50 jaar
Peter Schillings 50 jaar
Gerrie Cransveld 25 jaar
Peter Kohnen 25 jaar
Jacques Ramaekers 25 jaar
Hans van Workum 25 jaar
Karl-Heinz Zander 25 jaar
Gerrie Cransveld 25 jaar
Voor Gerrie Cransveld bestaan er geen toevalligheden. Geboren op 22 november 1946, toevallig?? op Ceciliadag. Bovendien is 22-11 opgeteld 33 of 3 x 11, dus ook nog een carnavalsdatum. Conclusie : Gerrie was voorbestemd om zowel carnavalist als zanger te worden. Reeds op jonge leeftijd had hij zich ontpopt als een veelgevraagd buutteredner. In die jaren stond Vaals bekend om zijn vele goede vertolkers van de carnavalistische “Kwatsch”, met als vaandeldrager, der Lambeët. Gerrie was in die jaren een erkend topartiest, die bekend was om zijn “thema buut”. Ook weigerde hij concessies te doen aan het Völser Plat, of dat nu in Limburg of in het Belgische en Duitse grensgebied was. Dat hij zeer begaan is met het behoud van het dialect verklaart zijn Power Point presentatie , met als thema “Tswei Moal Völser Plat ” die hij dit najaar zal houden tijdens een bijeenkomst van de Heemkundekring Sankt- Tolbert Vaals. Beslist een aanrader. In verband met de drie “Schichten” die hij op zijn werk moest draaien, werd alles wel wat veel, en werd hij door mee te doen aan het “tieëke zenge” gegrepen door het zang virus en werd lid van Cecilia.
Gerrie is een zeer bescheiden mens. Hij hoeft niet zo nodig in de belangstelling te staan. Mensen blij maken, vreugde schenken en laten lachen, waardoor ze hun dagelijkse problemen even kunnen vergeten, dat is zijn grootste voldoening. De rake opmerkingen van Ger tijdens de repetities veroorzaken in het koor vaak hartelijke lach salvo’s.
Zijn credo : “spass maache en zenge, dat is mie leëve.”
Peter Kohnen 25 jaar
Peter was als jonge man reeds besmet met de muziek baccil. Op 22 jarige leeftijd verkaste hij naar Vaalserquartier, waar hij mede-oprichter werd van het “Grenzland” Fluit- en Tamboerkorps. Zelf bespeelde hij de klaroen. Na 10 jaar hield hij Vaalserquartier weer voor gezien, en keerde terug naar Vaals, waar hij direct lid werd van zijn grote liefde, C.V. de Schwatze Schömmele. Na 5 jaar lidmaatschap werd Peter gekozen tot President, een functie die hij 16 jaar lang bekleedde. Voor zijn vele verdiensten voor deze vereniging werd hij in 1988 benoemd tot Ere President. Het carnavals gebeuren kwam nu op een laag pitje te staan, maar het thuis zitten beviel Peter niet zo, en - volgens eigen zeggen, - zijn vrouw al helemaal niet. We hebben het dan ook grotendeels aan haar te danken dat Peter in november 1991 toetrad tot de Cecilia familie. Een aantal jaren was hij de trotse secondant van de vaandrig, totdat lichamelijke gebreken het niet meer toelieten om deze functie nog langer uit te oefenen. Een rugoperatie en 2 operaties aan de knieën legde hem te veel beperkingen op. Het tekent het doorzettingsvermogen en zijn liefde voor het koor dat hij ondanks deze handicaps trouw aanwezig is, niet alleen op repetities, maar ook op uitvoeringen, waarbij hij toch vaker lang moet staan. Ondanks zijn relatief hoge leeftijd druipt het enthousiasme tijdens koor activiteiten nog steeds van hem af. Peter Kohnen is een echte verenigingsman.
Jacques Ramaekers 25 jaar
Wie kent Jacques Ramaekers niet , bijna een leven lang werkzaam in de drogisterij van zijn ouders . Hij kende de Vaalsenaar en de Vaalsenaar kende Jacques. Een verkoper nog van de oude slag waar de klant koning was. Hadden de dames twijfels omtrent make up producten dan wist men Jacques te vinden voor een vakkundig advies. Jacques zou je nu het best kunnen omschrijven als buitenmens, die graag de gezelligheid van vrienden om zich heen heeft. Die vrienden vindt Jacques in zijn groepje mede wandelaars, waarmee hij wekelijks urenlang onderweg kan zijn, genietend van de mooie natuur in ons krijtland. Maar niet alleen in zijn wandel clubje vindt hij zijn vrienden, maar vooral ook in zijn Cecilia mannenkoor. Het tekent de verenigingsmens dat hij ondanks het feit dat hij enkele keren het koor moest verlaten, - o.a. door studie verplichtingen,- telkens weer terugkwam. Een andere groep waarin Jacques actief was, is het z.g. begrafeniskoor. Met verholen pret vertelt hij hoe het na de begrafenis soms nog heel gezellig werd, en vaak werden het lange dagen. Jacques heeft ook een uitgesproken mening over de diverse dirigenten, die hij in de loop van de jaren heeft meegemaakt. Zonder in details te treden, vindt hij dat de dirigenten vroeger best wel strenger waren dan tegenwoordig. Waarvan acte !
Een zeer positieve ervaring vond Jacques de recente samenwerking met het CCK- koor Esch-Lemiers. Met name als 2e. bas heeft hij die muzikale en vriendschappelijke ondersteuning als positief ervaren. Om Jacques helemaal gelukkig te maken, moeten we voor hem nog een stukje tuin zien te vinden, waar hij zich op kan loslaten. Dat mist hij n.l. in zijn nieuwe fraaie onderkomen op ons chique Vaalser stadsplein.
Hans van Workum 25 jaar
Het was de douane, die Hans van Workum in 1958 in de grensstad Vaals deed belanden. Kennelijk is het Vaalser klimaat hem goed bevallen, want hij is er nooit meer weggegaan. In 1969 verkaste hij naar de Belastingdienst in Maastricht. Veel werk en dito uren heeft Hans gestopt in de Woningvereniging, waarvan hij 18 jaar voorzitter was. Toen hij deze job neerlegde, kon hij eindelijk de belofte aan buurman Ruud Bröcheler waarmaken : “als ik stop, kom ik direct in het koor”. En daar heeft Hans tot de dag van vandaag geen spijt van gehad. Het koor trouwens evenmin, want Hans weet wat er in een vereniging nodig is om alles te laten functioneren. Desgevraagd heeft Hans gedurende 7 jaren het penningmeesterschap bekleed. In deze functie heeft hij veel voor de vereniging voor elkaar gekregen. Een van zijn belangrijkste wapenfeiten is geweest het stap voor stap verhogen van de inkomsten, met name van donateurs, een klus waar hij momenteel nog steeds aan trekt. Vanuit zijn speciale deskundigheid heeft hij een aantal verbeteringen en ideeën kunnen verwezenlijken, vooral op financieel gebied. Ook op bestuurlijk gebied heeft Hans veel voor elkaar gekregen. Het is Hans van Workum geweest die Pastoor Broekhoven bereid vond om het jaarlijkse Kerstconcert met passende teksten te begeleiden.
Tenslotte mag niet onvermeld blijven dat Hans behalve een steunpilaar bij de 2e. tenoren, al jarenlang één van onze drie vaandeldragers is, een opgave die hij met waardigheid en trots vervult. Is een collega zangersvriend overleden, dan is het Hans die zeer attent tijdens de volgende repetitie als laatste groet een roos op de lege stoel van deze zanger neerlegt. Een buitengewoon gebaar.
Karl-Heinz Zander 25 jaar
Het gebeurde tegen het einde van de Ullemarkt in juli 1992. Zoals gebruikelijk verzamelden zich een aantal Cecilianen aan de tap in de Fockink. Karl-Heinz stond er toevallig tussen. Het “tieëke zenge” maakte op hem een zodanige indruk dat hij zich ter plekke aanmeldde als lid van het koor. Vóórdat het zover was, moesten er echter nog enkele hindernissen genomen worden. Zo dacht Karl-Heinz dat je in een Nederlands koor ook de Nederlandse taal moest beheersen, totdat hem duidelijk gemaakt werd dat in Vaals het öcher- of völser plat de hoofdtaal is. En inderdaad, tot zijn verbazing hoorde hij aan de tieëk geen woord Nederlands. Tot de dag van vandaag is dat tieëke zenge voor Karl-Heinz heel belangrijk. Hij geeft altijd weer de aanzet, na de repetitie of als, - waar dan ook,- enkele zangers bij elkaar staan. Hij vindt dat dit de onderlinge band versterkt en weer moet worden als vroeger. Frappant is dat hij als Öcher jong aan het buffet geregeld en vol overgave het Nederlandse “Droomland” aanheft en vervolgens enthousiast afsluit met “leve de Koning”. Zijn streven om het “tieëke zenge” te promoten is inmiddels door bestuur en dirigent weer opgepakt. Karl-Heinz is ook op ander gebied een zeer actief lid. Hij was diverse keren de beste repetitie bezoeker van het jaar. Ook bij de jubileum loterij in 2012, bleek hij de meeste loten verkocht te hebben van alle leden. Karl-Heinz is open en recht door zee. Als er in zijn ogen iets scheef is, zal hij niet schromen om dat recht te praten. Zingen is de enige hobby van Karl-Heinz. Hij prijst zich dan ook gelukkig dat hij 25 jaar geleden in de Fockink die beslissing genomen heeft, en inmiddels weet dat Öcher en Völser dezelfde taal spreken.